40 dagentijd – dag 27

40 dagen bidden met Augustinus in de Vroege Kerk

Het project 40 dagen bidden met Augustinus in de Vroege Kerk is onderverdeeld in 40 dagen en start op 10 februari 2016 (aswoensdag) met Dag 1 en eindigt op zaterdag 26 maart 2016 met Dag 40. Let wel: de zondagen worden niet meegerekend in de 40 dagentijd.

40-dagentijd of lijdenstijd

De veertigdagentijd (ook wel lijdenstijd genoemd) start 6 weken voor Pasen. Het getal 40 staat in de Bijbel symbool voor een tijd van verwachting en voorbereiding. De 40 dagentijd nodigt je uit om je te verdiepen het lijden en sterven van Jezus Christus. En om met een aandachtig hart toe te leven naar het moment dat Hij opstaat  op Paasmorgen.

Ga de komende veertig dagen mee op pad met kerkvader Augustinus en enkele andere belangrijke kerkvaders in de Vroege Kerk.. Met hun spiritualiteit en wijsheid helpen ze je om de 40-dagentijd in jouw persoonlijk getijdengebed vorm te geven en te verdiepen.

De teksten in het leesmenu voor de 40 dagentijd zijn ontleend aan: “Bidden met Augusitinus in de Vroege Kerk, M.A. van Willigen © 2012 Heerenveen. en met toestemming van de auteur overgenomen. 

Wie is Augustinus? 

Aurelius Augustinus (354-430) wordt geboren in Tagaste (in het huidige Algarije gelegen). Hij gaat retoriek studeren in Carthago en ontpopt zich tot een intelligent en begaafd spreker en denker. Tot aan zijn bekering tot het christelijk geloof leidt hij een groots en meeslepend leven. Samen met de vrouw met wie hij ongehuwd samen woont, heeft hij  op 18 jarige leeftijd zelfs een zoon, Adeodatus. Meer weten over Kerkvader Augustinus.

Elise G. Lengkeek

Leesmenu 40 dagentijd – dag 27

Het Leesmenu 8 maart zet onder andere Psalmen 39  in de schijnwerper:

Augustinus wordt bevrijd van gedachten en gevoelens die geen rekening houden met God. Vol overgave vraagt hij God om in zijn hart te kijken en zijn binnenste te aanschouwen. Het overlijden van zijn vriend en het verdriet dat hij daarover heeft, is daarbij overigens nog niet uit zijn denken verdwenen.’

Wil mij in mijn hart kijken, Heere!

Zie mijn hart, mijn God,
zie mijn binnenste.
Aanschouw het,
want ik herinner mij [U],
als de Hoop [van mijn leven].

U bent het Die mij reinigt van de onreinheid,
[mij bevrijdt] van gedachten en gevoelens die
geen rekening houden met U, [o Heere God.].

Ik richtte mijn ogen op U
en U bevrijdde mij
uit het net van de vogelvanger.

Ik verwonderde mij erover dat
de overige stervelingen leefden,
want hij, die ik beminde alsof
hij niet zou sterven, was gestorven.

[En U weet hoe moeilijk ik het ermee had],
hoe ik mezelf een raadsel was, dat ík,
die zijn andere helft was, nog leefde,
terwijl híj zomaar ineens gestorven was.

‘De andere helft van mijn geest.’
Terecht heeft iemand zo gesproken.
Want voor mijn gevoel waren wij inderdaad één.
Misschien wilde ik daarom niet als helft voortleven.

[Maar U, dDie mij toen vastgehouden hebt,
wilt U mij ook vandaag nog vasthouden?
Ik richt mijn ogen op U, de eeuwige Hoop van mijn leven.
Wil mij voor nu en de toekomst rust, troost en vrede geven.]

N.a.v. Augustnius Confessiones IV, vi, 11.

Lezen: Psalm 39

© M.A. van Willigen