Hemelvaartsdag

Hemelvaart: uitzien naar God

Hemelvaart: zoals Jezus’ is opgevaren, zo zal Hij straks ook terugkeren op de lichtende wolken.

Hemelvaartsdag: dat is de dag waarop de kerk van alle plaatsen en tijden de hemelvaart van Jezus Christus herdenkt. De viering daarvan vindt altijd plaats op donderdag, 40 dagen na Pasen. Opnieuw dus 40 dagen van verwachting en voorbereiding na de viering van Jezus’ opstanding uit de dood. Daarom maakt Hemelvaartsdag deel uit van de Paascyclus. Wachten op dag dat Jezus terugkeert naar de hemel, naar zijn Vader. Dat is immers het moment waarop Hij alle eer en heerlijkheid ontvangt die bij de aanvaarding van zijn Goddelijk koningschap horen. Vanaf zijn hemelvaart zit Hij aan de rechterhand van zijn Vader, om ten slotte aan het eind van de tijden de levenden en de doden te oordelen.

De Bijbel over Jezus’ hemelvaart

Het verhaal over de hemelvaart van Jezus Christus staat beschreven in de Bijbel. In het boek Handelingen van de Apostelen 1, verzen 1 – 12.

‘Na zijn lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen over het koninkrijk van God.’ (Handelingen 1:3 , NBV)

De leerlingen van Jezus waren allemaal bij zijn hemelvaart aanwezig. Hij beloofde hen dat binnen korte tijd de heilige Geest zou komen om hen te helpen en te ondersteunen.

‘Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’ (Handelingen 1:9-11 NBV)

De belofte van de heilige Geest die Jezus hier deed, is vervuld op Pinksteren, vijftig dagen na Pasen.

Er zijn nog meer Bijbelteksten over Jezus’ hemelvaart, zoals hierna blijkt:

‘Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God.’(Marcus 16 vers 9, NBV) ‘Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was?’ (Dit vraagt Jezus aan de Joden in Johannes 6 verzen 62, NBV)

‘Houd me niet vast,” zei Jezus. “Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ (Dat zeg Jezus tegen Maria Magdalena inJohannes 20 vers17b, NBV).

‘Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand (…) David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen (…) (Handelingen van de Apostelen 2 verzen 33a en 34a, NBV)

‘En over de rechtvaardigheid die op grond van geloof geschonken wordt staat geschreven: “Zeg niet bij uzelf: Wie zal opstijgen naar de hemel?” – en dat betekent: wie zal Christus naar beneden brengen?’ (Romeinen 10 vers 6, NBV)

‘Daarom staat er: “Toen hij opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee en schonk hij gaven aan de mensen.” “Hij steeg op” – wat betekent dat anders dan dat hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde? Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen.’ (Efeze 4 verzen 8-10, NBV)

‘Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit.’ (1 Timoteüs 3 vers 16b, NBV)

[Jezus Christus] ‘die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan hem onderworpen zijn.’ (1 Petrus 3 vers 22, NBV)

 Alle Bijbelteksten op deze pagina is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, een uitgave van Jongbloed, Heerenveen © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Tegenstrijdigheden

Dat er spanning tussen sommige teksten bestaat, zie je bijvoorbeeld terug in beschrijving van het tijdstip van Jezus’ hemelvaart , zoals bij Marcus en Lucas . Marcus beschrijft bijvoorbeeld de hemelvaart van Christus, alsof die direct na de laatste verschijning van de opgestane Jezus aan de elf apostelen zou hebben plaatsgevonden. (Marcus 16 vers 19 NBV).

Ook Lucas, die het boek Handelingen van de apostelen schreef, maakt in het Evangelie volgens Lucas, melding van Jezus’ terugkeer naar de hemel na zijn verschijning aan de leerlingen op de dag van de opstanding.

‘Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. (Lucas 24:51 NBV)

Dat is niet onoverkomelijk. Bij het beschrijven van gebeurtenissen hebben de vier Evangelisten immers een verschillende doelgroep en ook een ander vertelperspectief. Bij elk verhaal maakt ook de verteller van nu een keuze in het bepalen van de volgorde van wat hij verteld. En past hij in meerdere of mindere mate tijdsverdichting toe: het samenvatten van kortere of langere tijd..

De viering van Hemelvaart van toen tot nu

De Vroege Kerk heeft het geloof in de hemelvaart van Jezus Christus nooit onder stoelen of banken gestoken. Dat blijkt uit geschriften van de Apostolische Vaders, zoals Polycarpus van Smyrna, Justinus de Martelaar en Irenaeus van Lyon.

Ook de geloofsbelijdenissen van Nicea (325) en van Constantinopel (381) en Athanasius (ca. 350)  vermelden de hemelvaart van Jezus nadrukkelijk. Rond Hemelvaartsdag zijn allerlei gebruiken en tradities ontwikkeld die niets met de hemelvaart van Jezus Christus’ te maken hebben. Op wikipedia kun je er van alles lezen.