40 dagentijd – dag 6

40 dagen bidden met de woestijnvaders

Bid, zing, huil, vecht, neem, lees en verwonder

Ga de komende veertig dagen mee op pad met de woestijnvaders . Met hun spiritualiteit en wijsheid helpen ze je om de 40-dagentijd in jouw persoonlijk getijdengebed vorm te geven en te verdiepen.

Het project 40 dagen bidden met de woestijnvaders is onderverdeeld in 40 dagen en start op 18 februari 2015 (aswoensdag) met Dag 1 en eindigt op zaterdag 4 april met Dag 40. Let wel: de zondagen worden niet meegerekend in de 40 dagentijd.

40-dagentijd of lijdenstijd?

De veertigdagentijd (ook wel lijdenstijd genoemd) start 6 weken voor Pasen. Het getal 40 staat in de Bijbel symbool voor een tijd van verwachting en voorbereiding.

De 40 dagentijd nodigt je uit om je te verdiepen het lijden en sterven van Jezus Christus. En om met een aandachtig hart toe te leven naar het moment dat Hij opstaat  op Paasmorgen.

40 dagentijd – dag 6

Leesmenu 24 februari gaat over Lucas 7:40-50: een hoer en een heilige onder een dak bij Simon, een farizeeër. Dat leidt tot een spannende confrontatie tussen Jezus die de wijsheid van de eenvoudige gelovige die Hem om vergeving vraagt ver uit te verkiezen is boven de hoogmoedige, weigerachtige houding van hen die beter zouden moeten weten: de farizeeërs en schriftgeleerden.

Liever een zondaar dan een schijnheilige?

Abba Poimên zei eens: ‘Ik verkies een zondaar die fouten erkent en wroeging heeft, boven iemand die niet zondigt en zich niet vernedert: de eerste beschouwt zichzelf immers als een zondaar en vernedert zich in zijn binnenste, terwijl de andere zich als een rechtvaardige beschouwt, wat het is, en er ook trots op is.’

Anonyma 232

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Monnik in de woestijn – Woorden van Abba Poimen, pag. 73. Maurits Pinnoy© 2008 Zoetermeer. 

Leren luisteren met het hart

De woestijnvaders legden  er zich op toe om de Schrift (de Bijbel) woordelijk te verstaan  en liever geen verklaring te zoeken, zelfs niet van duistere passages, zo schrijft Maurits Pinnoy in ‘Monnik in de woestijn’, een prachtig werkje over de wijze woorden van Abba Poimên. Om wijsheid te vinden legden woestijnmonniken er zic  in de eerste plaats op toe te leren luisteren met het hart; in plaats van met een kritisch onderzoekend verstand.

Abba Poimên getuigt precies van die wijsheid waarop Jezus doelt in vers 35 van Lukas 7:

35 Maar het wijze plan van God is goed, en er zullen veel mensen zijn die dat begrijpen.’

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap. 

Hij stelt het ongeloof van de farizeeërs aan de kaak, die zich te goed voelen om zich door Johannes te laten dopen, zoals het gewone volk en masse doet. Zelfs de simpelste zondaar die tot inzicht komt en zich bekeert, is in Jezus’ ogen wijzer en beter op de hoogte van Gods plan dan de wetsleraren en farizeeërs die prat gingen op hun kennis over God en Zijn geboden. En notabene zelfs over Gods heilsplan dat Hij via de profeten bekend heeft gemaakt.

Hoe kan dan toch dat juist zij Johannes en Jezus niet herkennen?   En dat de ‘armen van geest’, de tollenaars en de hoeren deze ‘wijzen’  voorgaan in wijsheid en inzicht?

Zelfonderzoek: op zoek naar wijsheid

40 dagentijd-dag 6 gaat over tekst Lukas 7:40-50, over die indrukwekkende daad van liefde van een vrouw die er haar hele vermogen voor over heeft om haar Heer te danken voor Zijn liefde voor haar, een hoer nota bene. In de ogen van een farizeeër als Simon een verwerpelijke zondares. Maar hij kan in de ogen van Jezus haar liefde niet evenaren met zijn manier van Jezus ontvangen in zijn huis. Deze anekdote prikkelt het eigen hart tot zelfonderzoek: wie of wat ben ik in Jezus’ ogen?

©Elise G. Lengkeek

Noot
Over de  Vaderspreuken*) : De woestijnvaders waren gespeend van alle vormen van eerbetoon, rijkdom, waardigheid en zelfverheffing.

De wijsheid die ze leerden  door  uitsluitend te leven van Gods goedheid en genade, deelden ze in woorden en daden met hun leerlingen. Met zo min mogelijk woorden, maar zonder iets voor ze achter te houden. Het waren die leerlingen die allerlei uitspraken en herinnerde voorvallen verzameld en gebundeld hebben tot een geschrift met de verzamelnaam Vaderspreuken  (in het Grieks: Apophthegmata).

Christofoor Wagenaar, monnik van de trappistenabdij te Westenmalle, schrijft in ‘Woestijnvaders – een speurtocht door de vaderspreuken’ dat de 1e redactie van deze nooit afgesloten bundeling moet hebben gelegen tussen de jaren 450 en 500.  De invloed van deze verzameling spreuken heeft door een alle eeuwen heen een belangrijke bijdrage geleverd aan de spirituele bagage van vele gelovigen.