40 dagentijd – Witte Donderdag

40 dagen bidden met Augustinus in de Vroege Kerk

Het project 40 dagen bidden met Augustinus in de Vroege Kerk is onderverdeeld in 40 dagen en start op 10 februari 2016 (aswoensdag) met Dag 1 en eindigt op zaterdag 26 maart 2016 met Dag 40. Let wel: de zondagen worden niet meegerekend in de 40 dagentijd.

40-dagentijd of lijdenstijd

De veertigdagentijd (ook wel lijdenstijd genoemd) start 6 weken voor Pasen. Het getal 40 staat in de Bijbel symbool voor een tijd van verwachting en voorbereiding. De 40 dagentijd nodigt je uit om je te verdiepen het lijden en sterven van Jezus Christus. En om met een aandachtig hart toe te leven naar het moment dat Hij opstaat  op Paasmorgen. Ga de komende veertig dagen mee op pad met kerkvader Augustinus en enkele andere belangrijke kerkvaders in de Vroege Kerk.. Met hun spiritualiteit en wijsheid helpen ze je om de 40-dagentijd in jouw persoonlijk getijdengebed vorm te geven en te verdiepen.

De teksten in het leesmenu voor de 40 dagentijd zijn ontleend aan: “Bidden met Augusitinus in de Vroege Kerk, M.A. van Willigen © 2012 Heerenveen. en met toestemming van de auteur overgenomen.

Wie is Augustinus? 

Aurelius Augustinus (354-430) wordt geboren in Tagaste (in het huidige Algarije gelegen). Hij gaat retoriek studeren in Carthago en ontpopt zich tot een intelligent en begaafd spreker en denker. Tot aan zijn bekering tot het christelijk geloof leidt hij een groots en meeslepend leven. Samen met de vrouw met wie hij ongehuwd samen woont, heeft hij  op 18 jarige leeftijd zelfs een zoon, Adeodatus. Meer weten over Kerkvader Augustinus.

Elise G. Lengkeek

Leesmenu 40 dagentijd – Witte Donderdag.

Het Leesmenu 24  maart  zet onder andere Psalmen 119:1-16  in de schijnwerper:

Augustinus belijdt aan God hoe hij zich in zijn jeugd mee liet voeren door zijn eigen nieuwsgierigheid en zodoende in allerlei zonden terechtkwam. De soms gewelddadige voorstellingen in het amfitheater bekoorden Augustinus bijvoorbeeld een bepaalde tijd . Desondanks liet God hem niet in de steek, maar zocht hem op. Hij geselde hem wel, maar toch niet op een manier die hij eigenlijk verdiende. Augustinus wilde zich ver van God verwijderen, maar God liet hem dat niet toe en hield hem tegen.

Door U, o God, werd ik opgezocht

Uw trouwe barmhartigheid jegens mij
was aan de ene kant ‘vanuit de verte’ ,
toen ik [verkoos] om in zonde te leven,
maar aan de andere kant ook zo nabij!
[Ik belijd U:] tot hoe grote zonden gleed ik af,
in goddeloze nieuwsgierigheid jaagde ik die na.

Nieuwsgierigheid, die mij
– terwijl ik U verliet –
wegvoerde tot de diepten van het ongeloof
en tot verstrikkende dienstbaarheid aan kwade geesten,
aan wie ik mijn boze daden als een offer wijdde.

[Maar U liet mij niet in de steek]
maar in dat alles tuchtigde U mij!
Ik durfde het zelfs aan onder de plechtige oefening van Uw dienst,
ja, zelfs binnen de muren van Uw kerk mijn begeerten na te jagen
en afspraken te maken die als vrucht de dood over mij zouden afroepen.

Daarvoor hebt U mij gegeseld met zware straffen,
maar niet in verhouding tot mijn schuld,
U, Die meer dan overvloedige barmhartigheid [wilt zijn voor een zondaar].
Mijn God en mijn toevlucht uit die verschrikkelijke misdaden,
waarin ik met een driest opgeheven hoofd ronddwaalde.

Ik wilde mij immers ver van U verwijderen.
Ik beminde mijn eigen wegen, niet die van U.
Ik hield van de vrijheid als iemand die voortvluchtig was.
[Maar ook al was ik zo dwaas, U handelde met mij juist zeer wijs
door mij tot U terug te roepen, door Uw met bloed betaalde prijs.]

N.a.v. Augustinus, Confessiones III,iii,5. 

Lezen:  Psalmen 119:1-16

© M.A. van Willigen