Leesmenu 12 juni

Een huis hier, een thuis daar

1 Het aardse leven brengen we door in een tent die wordt afgebroken, maar we weten dat God voor ons in de hemel een woning heeft, een eeuwig huis dat geen mensenwerk is. (…) 4 Want zolang we in die aardse tent wonen, zuchten we onder een zware last, omdat we onze oude kleding niet willen uitdoen, maar de nieuwe eroverheen willen aandoen, zodat wat sterfelijk is wordt opgeslokt door het leven. 5 Nu, daarop heeft God zelf ons voorbereid door ons de Geest als voorschot te geven.

2 Korintiërs 5 verzen 1 en 4-5

Leesmenu 12 juni – Een huis hier, een thuis daar

In het nachtgebed doe ik de dag dicht. Met het sluiten van mijn ogen keert zich ook de blik naar binnen. In de nachtelijke stilte, teruggeworpen  op mijzelf, verlangt ook mijn ziel zich uit te kunnen strekken. In het duister zoekt ze houvast en veiligheid in Gods beloften. Vooral wanneer de dag veel emoties heeft losgewoeld.

Het leesmenu voor het nachtgebed opent het venster van mijn sterfelijk bestaan. Om alvast een glimp van mijn hemels huis te mogen zien. De apostel Paulus maakt me bewust van de last van het fysieke leven hier op aarde. Dat leven wordt afgebroken om plaats te maken voor onsterfelijke schoonheid van mijn eeuwig huis.

Van sterfelijk naar onsterfelijk

In het Oude Testament betekende naar ‘het eeuwig huis gaan’  niet meer dan sterven.  Paulus verbindt het in 2 Korintiêrs 5 met het geloof in de opstanding in een nieuw lichaam, dat tot in eeuwigheid leeft en liefheeft. Een hemelse woning,  een nieuw en onvergankelijk thuis bij God en Christus. in gezelschap van alle andere gelovigen.

Maar wat als ik nu niet zucht onder de’last van het leven?  Ik geniet van het goede in het hier en nu.  Lijden doe ik niet (echt), ik word niet vervolgd of verdrukt om Jezus’ wil. Doe ik iets niet goed? Veel christenen met mij stellen zichzelf die vraag bij het lezen van dit hoofdstuk.

Tweestrijd?

Wanneer ik tot me door laat dringen waar Paulus op doelt, komen me ook andere  Schriftgedeelten voor de geest. Zoals Filippenzen 3 verzen 20 en 21. Ik weet immers dat mijn vaderland in de hemel is. Terwijl mijn ziel zich in het hier en nu verheugt in wat God in zijn goedheid en genade mij schenkt en door mij heen aan anderen geeft.

Want mijn ziel ervaart wel degelijk de intensiteit van het verdriet en lijden om me heen. Vooral als ik verlang op te gaan in heerlijke muziek, kunst, de schoonheid van het waddenlandschap waarin ik in stilte wandel. Maar op die momenten besef ik juist ook dat mijn lichaam en ziel samen een tempel vormen waarin de heilige Geest woont .

19 Weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u van God hebt ontvangen? U behoort uzelf niet toe.

1 Korintiërs 6:19

Dat helpt me in het hier en nu keuzes te maken waar ik mijn tijd, mijn aandacht en geld aan wil besteden.

De Bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Groot Nieuws Bijbel met Deuterocanonieke Boeken (Met aantekeningen), ©Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1999

©Elise G.Lengkeek

Morgengebed lezing

Keer terug naar Morgengebed

 Middaggebed lezing

Keer terug naar Middaggebed

Avondgebed lezing

Keer terug naar Avondgebed

Nachtgebed lezing

Keer terug naar Nachtgebed

Deel dit bericht via Twitter

 

Start The Conversation

Leave a comment

You must be logged in to post a comment.