Leesmenu 17 januari

Het getijdengebed bid je bij voorkeur op de ‘scharnierpunten’ van de dag. Dus wanneer voor jou de morgen, de middag, de avond of de nacht begint. De Bijbellezingen voor de lectio divina vandaag vind je in Leesmenu 17 januari.

Morgengebed lezing

Keer terug naar Morgengebed

Middaggebed lezing

Keer terug naar Middaggebed

Avondgebed lezing

Keer terug naar Avondgebed

Nachtgebed

Keer terug naar Nachtgebed

Leesmenu 17 januari  – Dagtekst

Jakob vecht met een onbekende

23 Het was nog nacht toen Jakob opstond. Hij riep zijn twee vrouwen, zijn twee slavinnen en zijn elf kinderen. Hij ging met ze naar de rivier de Jabbok, naar een ondiep gedeelte. Daar bracht hij ze naar de overkant. 24 Daarna bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant.
25 Jakob bleef alleen achter. Opeens was er iemand die met hem begon te vechten. Ze vochten totdat het ochtend werd. 26 Toen de onbekende man merkte dat hij niet van Jakob kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan. De heup schoot uit de kom.
27 De onbekende zei: ‘Laat me gaan. Het begint al dag te worden.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan. Eerst moet u mij zegenen.’
28 De ander vroeg: ‘Hoe heet je?’ Jakob zei: ‘Ik heet Jakob.’ 29 De ander zei: ‘Voortaan heet je niet meer Jakob, maar Israël. Je hebt gevochten met God en met mensen. En je hebt gewonnen.’
30 Toen zei Jakob: ‘Vertel nu hoe u heet.’ Maar de ander zei: ‘Waarom vraag je hoe ik heet?’ Daarna zegende hij Jakob.
31 Jakob noemde die plaats Peniël. Hij zei: ‘Hier heb ik God gezien, met mijn eigen ogen. En toch ben ik blijven leven.’ 32 Toen kwam de zon op. Jakob stak de rivier over bij Peniël. Hij liep moeilijk, omdat zijn heup pijn deed.

Morgengebed: Genesis 32: 31

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap. 

Twee bijzondere ontmoetingen

Als Jakobs tijd bij Laban erop zit, keert hij terug naar zijn familie. Dat gaat niet zonder slag of stoot, zoals blijkt uit Genesis 31. En nu blijkt Esau op de hoogte van Jacobs terugkeer. Dar er een confrontatie komt, is zeker. Hoe zal dat aflopen? God laat er geen misverstand over bestaan. Ineens ziet Jacob op de weg voor hem een leger engelen. Die plaats noemt hij Machanaim, want deze verschijning is buitengewoon. Gods boodschap aan Jacob is: dit leger zal je bijstaan op weg naar je bestemming.

Net als het leger engelen dat hij zag bij de ladder naar de hemel tijdens zijn wonderlijke droom, toen hij zich de 1e avond van zijn vlucht voor Esau te slapen had gelegd in de woestijn. God had hem toen ook beloofd dat Hij, de God van Jacobs vader Isaak en zijn grootvader Abraham, ook Jacobs God zal zijn en hem zal zegenen. Maar eerst krijgt Jacob opnieuw een belangrijke test. Hij ontmoet iemand bij de beek Jabbok die zijn naam niet bekend wil maken, maar met hem vecht voor zijn leven.

Jacob krijgt een nieuwe naam én een teken

Het bijzondere van deze geschiedenis is, dat die ander veel sterker en machtiger is. Hij is in staat Jacob onmiddellijk te doden. Toch komt Jacob als overwinnaar uit deze strijd. Niet door zijn kracht en slimheid. Alleen omdat hij volhard in zijn geloof dat de ander hem iets belangrijks te vertellen heeft, dat de ander een boodschapper van God is. Misschien wel Zijn belangrijkste engel. Jacob wil hem dan ook niet laten vertrekken zonder door hem gezegend te zijn. De Ander reageert daar als volgt op:

Hij geeft zonder zijn eigen naam te noemen, Jacob een teken: een blijvende ontwrichting van zijn heup én een nieuwe naam! ‘Israël’ zal Jacob voortaan heten. De stamvader van het volk Israël heeft namelijk met God en mensen gestreden. En overwonnen, vertelt de mysterieuze Ander hem. Vele honderden jaren later zal de profeet Hosea door Gods Geest de identiteit van die Ander onthullen. Het bleek niemand minder te zijn dan ‘de engel van de Heer’ (Gods verschijningvorm in die tijd).

4-5 De Israëlieten zijn net zo ontrouw als hun voorvader Jakob. Hij bedroog zijn broer al in de buik van zijn moeder. En toen hij volwassen was, heeft hij met God gevochten. Hij won, en na zijn overwinning smeekte hij God om hem te zegenen.
Bij de stad Betel kwam God naar hem toe en zei:
6 ‘Ik ben de God die alle macht heeft. Mijn naam is: Heer. 7 Jakob, met mijn hulp zul je op een dag terugkeren naar je eigen land. Wees goed en eerlijk, en heb vertrouwen in mij, je God.’

Hosea 12: 4-6

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap. 

©Elise G. Lengkeek

Deel dit bericht via Twitter