Leesmenu 18 januari
Het getijdengebed bid je bij voorkeur op de ‘scharnierpunten’ van de dag. Dus wanneer voor jou de morgen, de middag, de avond of de nacht begint. De Bijbellezingen voor de lectio divina vandaag vind je in Leesmenu 18 januari.
Morgengebed lezing
- Psalmen 90
- Genesis 33
Keer terug naar Morgengebed
Middaggebed lezing
- Psalmen 91 & 92
- Matteüs 16
Keer terug naar Middaggebed
Avondgebed lezing
- Psalmen 93
- Genesis 34
Keer terug naar Avondgebed
Nachtgebed
- Psalmen 94
- Romeinen 16
Keer terug naar Nachtgebed
Leesmenu 18 januari – Dagtekst
Het einde van Jakobs reis
18 Daarna ging Jakobs reis uit Paddan-Aram weer verder. Hij kwam bij Sichem, een stad in Kanaän. Op een stuk land dicht bij de stad zette hij zijn tenten op. 19 Dat stuk land was van de zonen van Chamor. Chamor was de man die de stad Sichem gebouwd had. Jakob kocht het stuk land voor 100 zilverstukken. 20 Hij bouwde daar een altaar. Dat noemde hij ‘God is de God van Israël’.
Morgengebed: Genesis 33: 18-20
De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap.
De les die Jacob moest leren
Jacob heeft heel wat strijd achter de rug als hij uit Paddan- Aram vertrekt. Eerst met Esau, later met Laban. Ten slotte heeft hij met Godzelf gestreden bij zijn doortocht door de beek Jabbok, een zijtak van de Jordaan, zo’n 40 km vanaf de monding. We hebben gezien dat dit laatste gevecht een omslag in Jacobs leven heeft gebracht. Hij kwam niet zonder kleerscheuren uit die strijd. Als winnaar én als verliezer. Hij heeft moeten erkennen dat zijn lot alleen in handen ligt van de God van zijn (voor)vader.
Het einde van Jacobs reis: een nieuw begin
Samen met zijn nieuwe naam Israël ontvangt Jacob ook het inzicht dat God het is die zijn leven en lot in handen heeft. Dat besef maakt hem klein en afhankelijk. Dat is de houding die God bij de kleinzoon van Abraham wil zien. Alleen vanuit een houding van nederigheid kan Jacob de ontmoeting met Esau aan en in vrede met hem leven, als buren. Esau heeft zijn moordplannen kennelijk laten varen. Jakob komt veilig aan in Sichem, de stad waar Abraham eerder verbleef. Daar eindigt voorlopig zijn reis.
Hij hoopt hier een nieuw leven op te bouwen. Dat bekrachtigt hij met het brengen van een offer op een altaar dat hij ‘El is de God van Israël’: hiermee belijdt Jacob dat de God van zijn vader en grootvader ook zijn God is. Voor nu en voor altijd. Het einde van Jacobs reis markeert zo een nieuw begin.
©Elise G. Lengkeek
Deel dit bericht via Twitter