Leesmenu 21 juli
Morgengebed lezing
- Psalmen 105 verzen 1-16
- Job 11
Keer terug naar Morgengebed
Middaggebed lezing
- Psalmen 105 verzen 17-45
- Johannes 13
Keer terug naar Middaggebed
Avondgebed lezing
- Psalmen 106 verzen 1-27
- Job 12
Keer terug naar Avondgebed
Nachtgebed
- Psalmen 106 verzen 28-48
- 1 Timoteüs 4
Keer terug naar Nachtgebed
Sofars harde confrontatie
Toen nam Sofar uit Naäma het woord:2 ‘Je moet zo’n veelprater van repliek dienen,anders denkt hij nog gelijk te hebben ook.3 Die onzin van jou moet ons zeker het zwijgen opleggen?Er moet toch iemand tegen die laster ingaan.4 Je zegt: Mijn zienswijze is juist,ik kan God recht in de ogen zien.5 Sprak God zich maar eens uit;zei hij maar, waar het op stond.6 Legde hij je maar uit hoe ondoorgrondelijk wijs hij is,hoe onbegrijpelijk alles is wat hij doet.Dan zou je weten,dat hij je niet eens al je schuld aanrekent.
Morgengebed Job 11 verzen 1-6
De Bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Groot Nieuws Bijbel met Deuterocanonieke Boeken (Met aantekeningen), ©Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1999.
Sofars harde confrontatie
Het zal je maar gezegd worden door een van je beste vrienden, dat je zwetst en een veelprater bent. Terwijl je het uitschreeuwt naar God in je ellende, omdat je vrienden zich niet bereid tonen werkelijk te willen weten wat je bezield. Job maakt het mee met de derde vriend die hem niet langer kan aanhoren: Sofar.
Het is bijna te pijnlijk voor woorden hoe hard hij zijn diep bedroefde vriend Job bejegent. Denkt Sofar dat Job zichzelf volmaakt vindt? Maar Job getuigt er in zijn eerdere antwoord van dat hij niet beweert onschuldig te zijn. Hij vraagt zijn vrienden en God om aan te wijzen wanneer en hoe hij zich misdragen heeft. Hij zoekt eenvoudig naar een verklaring voor zijn leed.
Job in verwarring
Dat is ook begrijpelijk omdat hij dezelfde overtuiging aanhangt als zijn vrienden: God gaat in zijn goddelijke wijsheid elk menselijk begrip te boven. Hij is bovendien rechtvaardig en almachtig. Hij straft wie het kwaad omarmen en beloont de rechtvaardige. Met dat geloof heeft Job geleefd, zelfs nog in het begin van zijn rampspoed. Maar nu het hemzelf overkomt, is Job in verwarring.
Laat God, of wie dan ook, hem vertellen waaraan hij dit verdiend heeft. Zodat hij zijn schuld in de ogen kan kijken en zich nederig voor God verootmoedigen. Maar zijn vrienden komen niet verder dan het oordeel dat Job, gezien de feiten, in het geniep dingen moet hebben waarmee hij Gods oordeel over zich heeft afgeroepen. En Job? Die kan alleen God als getuige aanroepen.
Maar God, zijn alles, zijn toeverlaat van weleer, zwijgt nog steeds! Zijn tijd komt nog. Job én zijn vrienden zullen Hem opnieuw leren kennen en met andere ogen leren zien.
Start The Conversation