Leesmenu 24 januari
Het getijdengebed bid je bij voorkeur op de ‘scharnierpunten’ van de dag. Dus wanneer voor jou de morgen, de middag, de avond of de nacht begint. De Bijbellezingen voor de lectio divina vandaag vind je in Leesmenu 24 januari.
Morgengebed lezing
- Psalmen 116
- Genesis 46:1-7 & 26-34
Keer terug naar Morgengebed
Middaggebed lezing
- Psalmen 117
- Matteüs 22
Keer terug naar Middaggebed
Avondgebed lezing
- Psalmen 118
- Genesis 47
Keer terug naar Avondgebed
Nachtgebed
- Psalmen 119 verzen 1-32
- 1 Korintiërs 6
Keer terug naar Nachtgebed
Leesmenu 24 januari – Dagtekst
Jakob gaat naar Egypte
Jakob gaat op reis
1 Jakob ging op reis. Hij nam alles mee wat hij had. Onderweg stopte hij in Berseba en daar bracht hij offers aan de God van zijn vader Isaak. 2 Toen sprak God ’s nachts tegen hem in een droom. God zei: ‘Jakob! Jakob!’ Jakob antwoordde: ‘Ja, ik luister.’ 3 God zei: ‘Ik ben God, de God van je vader. Wees niet bang om naar Egypte te gaan. Want ik zal je daar zo veel nakomelingen geven dat ze een groot volk worden. 4 Ik zal zelf met je meegaan naar Egypte, en ik zal je ook weer terugbrengen. En als je sterft, zal Jozef bij je zijn.’ Morgengebed: Genesis 46:1-4 De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap.
Egypte: een nieuwe fase voor Gods volk
Een nieuwe periode breekt aan in de geschiedenis van Gods volk – een volk dat al bij Jacobs leven begon te groeien uit de 12 zonen van Israël (Jacob): zonder de schoondochters meegerekend was hun aantal inmiddels 66 op het moment dat Jacob op reis gaat naar Egypte. De vraag is waarom God nu wel toestaat wat Hij eerder aan Isaak verbood: naar Egypte vertrekken. Hij moedigt het zelfs aan. Opnieuw verschijnt God in een visioen aan Jacob en belooft hem dat Hijzelf meegaat.
De parallel tussen het aardse en het hemelse Kanaän
Egypte zal 400 jaar lang de bakermat zijn waarop het volk Israel zich in alle rust kan ontwikkelen en zich zal voorbereiden op het vertrek naar het beloofde land Kanaän: het land dat God aan Abraham, Isaak en aan Jacob heeft beloofd en aan hun nakomelingen. Er is een duidelijke parallel te zien met het volk van God dat op aarde met verlangen uitziet naar het hemels Kanaän. Te midden van een wereld die door zonde en corruptie is vervuild en Gods kinderen terrorriseert en onderdrukt.
Als Jacob met de zijnen zich vestigt in Egypte, weet hij nog niet uit wat voor zware onderdrukking God zijn nakomelingen zal redden in de laatste fase van die 400 jaar…
©Elise G. Lengkeek
Deel dit bericht via Twitter