Leesmenu 25 januari

Het getijdengebed bid je bij voorkeur op de ‘scharnierpunten’ van de dag. Dus wanneer voor jou de morgen, de middag, de avond of de nacht begint. De Bijbellezingen voor de lectio divina vandaag vind je in Leesmenu 25 januari.

Morgengebed lezing

Keer terug naar Morgengebed

Middaggebed lezing

Keer terug naar Middaggebed

Avondgebed lezing

Keer terug naar Avondgebed

Nachtgebed

Keer terug naar Nachtgebed

Leesmenu 25 januari  – Dagtekst

De zonen van Jozef

1 Niet lang daarna kreeg Jozef het bericht dat zijn vader ziek was. Hij ging met zijn zonen Manasse en Efraïm naar hem toe.
2 Toen Jakob hoorde dat Jozef gekomen was, ging hij met moeite rechtop in bed zitten. 3 En hij zei tegen Jozef: ‘De machtige God heeft zich aan mij laten zien in de stad Luz in Kanaän. Hij heeft me daar gezegend. 4 Hij zei dat ik heel veel nakomelingen zou krijgen. Dat er veel volken van mij zullen afstammen, en dat het land Kanaän voor altijd van mijn nakomelingen zal zijn.
5 Nu wil ik dat jouw zonen, Efraïm en Manasse, als mijn eigen zonen gelden. Ze zijn net zo belangrijk voor me als Ruben en Simeon. 6 Maar als je nog meer kinderen krijgt, dan gelden die als kinderen van jou alleen. Die krijgen geen eigen grond, maar alleen grond in het gebied van Efraïm en Manasse.
7 Deze twee zonen van jou zijn heel belangrijk voor me. Dat komt doordat je moeder Rachel zo vroeg gestorven is.

Morgengebed: Genesis 48: 1-7

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap. 

Jacob gaat sterven

Niet lang na zijn aankomst in Egypte loopt Israëls tijd op aarde ten einde. Jozef hoort dat zijn vader op sterven ligt en bezoekt hem. Dit hele hoofdstuk is doortrokken van de bijzondere relatie tussen deze vader en zijn zoon. Niet aan zijn oudste jongens maar aan Jozef draagt hij zijn geestelijk testament over. Hij vertelt hem uitvoerig over zijn ontmoetingen met God – de God van zijn vader Isaak en grootvader Abraham – en wat Die voor hem heeft gedaan.

Jacob adopteert Jozefs zonen

Jacob heeft besloten dat ook de twee oudste zonen van Jozef, Manasse en Efraim,  een erfdeel zullen krijgen onder de zonen van Jacob. Hij beschouwd ze als zijn eigen zonen, omdat ze kleinzonen zijn van hem en Rachel, zijn lievelingsvrouw. Ze zijn in zijn ogen net zo belangrijk als zijn twee oudste jongens, Ruben en Simeon. Als Jozef zijn zonen haalt en onder zijn nagenoeg blinde vaders handen plaatst voor de laatste zegen, doet Israël ineens iets heel opmerkelijks:

De jongste gaat weer voor de oudste

Hij kruist zijn handen, zodat de jongste, Efraim, de zegen van de eerstgeborene zal ontvangen, en Manasse de oudste gezegend wordt met de minder belangrijke zegen. Jozef probeert het liefdevol te corrigeren, maar zijn vader weet precies waar hij mee bezig is en waarom. Het is een van die mysterieuze geheimen die verbonden blijken te zijn met soortgelijke situaties waarin ze oplichten.

Wanneer je een jaar lang door de Bijbel wandelt in het gezelschap van de aartsvaders, de profeten, de koningen en het volk van God, kom je ze een voor een tegen!

©Elise G. Lengkeek