Leesmenu 8 januari

Het getijdengebed bid je bij voorkeur op de ‘scharnierpunten’ van de dag. Dus wanneer voor jou de morgen, de middag, de avond of de nacht begint. De Bijbellezingen voor de lectio divina vandaag vind je in Leesmenu 8 januari.

Morgengebed lezing

Keer terug naar Morgengebed

Middaggebed lezing

Keer terug naar Middaggebed

Avondgebed lezing

Keer terug naar Avondgebed

Nachtgebed

Keer terug naar Nachtgebed

Leesmenu 8 januari  – Dagtekst

De Heer belooft Abram het land Kanaän

14 Toen Lot weg was, zei de Heer tegen Abram: ‘Kijk eens goed om je heen, naar het noorden en het zuiden, naar het oosten en het westen. 15 Al het land dat je ziet, zal ik aan jou en aan je nakomelingen geven. Het zal altijd van jullie zijn. 16 Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Ze zullen ontelbaar zijn, net zoals het zand op aarde ontelbaar is.
17 Je kunt overal heen gaan, want ik zal het land aan jou geven.’
18 Abram ging op weg. Hij ging wonen bij de eiken van Mamre bij de stad Hebron. Daar bouwde hij weer een altaar voor de Heer.

Uit: Bijbel in Gewone Taal
© 2014 Nederlands Bijbelgenootschap

Morgengebed: Genesis 13:14-18

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap. 

Het geloof van Abram

Aartsvader Abram heeft de machtige God van hemel en aarde op Zijn Woord geloofd.  De God die zich tot hem, gewone sterveling, wendde met de opdracht om zijn familie en sociale contacten los te laten om te reizen naar bestemming onbekend. Naar het land dat God hem zou wijzen om daar voor altijd wonen. Het land dat God Abram (later door Hem Abraham genoemd) belooft in de dagtekst Genesis 13:14-18 heet Kanaän: de poort die de Middellandse Zee verbindt met het Midden-Oosten.

Abram en zijn nakomelingen

Recente coverstory’s in tijdschriften zoals National Geographic en Time wijzen erop dat Abram onbetwist een historische figuur moet zijn: een Babyloniër , afkomstig uit Ur, dat nu in het zuiden van Irak ligt. Vanuit Haran in het zuiden van Turkije, vertrok Abram op Gods aanwijzing naar het zuiden, naar Kanaän. In de Bijbel ontmoeten we de naties die direct of indirect verbonden zijn met Abrams familie.

De Moabieten en de Ammonieten gaan terug op zijn neef Lot; de joden en zuidelijke Arabieren op respectievelijk Abrahams zonen Izaäk en Ismaël. Daarop volgen Izaäks zonen Esau – vader van de Edomieten en andere woestijnvolken – en Jakob die het beloofde land Kanaän erft. God geeft hem de naam Israël. Zijn 12 zonen, de 12 stammen van Israël, zullen na een verblijf van 400 jaar in Egypte, dit beloofde  land op last van God in bezit nemen.

God bevestigt Zijn belofte aan Abram

Abram bezit niets anders dan de rijkdom die hem op zijn reis vergezelt. als God hem Kanaan belooft. Abram eigent zich niets toe. Hij verwacht slechts met een gelovig hart. Hij laat zijn jonge neef Lot de keuze om als eerste een woonplaats te kiezen voor zichzelf en zijn familie. Lot kiest voor de waterrijke Jordaanvallei, richting Sodom en Gomorra.  Abram blijft in Kanaän, dat er een stuk minder veelbelovend uitziet. Maar hij is niet bezorgd. God heeft steeds voor hem gezorgd tijdens zijn reis. Dus ook nu!

©Elise G. Lengkeek

Deel dit bericht via Twitter