40 dagentijd – dag 2

40 dagen bidden met de woestijnvaders

Bid, zing, huil, vecht, neem, lees en verwonder

Ga de komende veertig dagen mee op pad met de woestijnvaders . Met hun spiritualiteit en wijsheid helpen ze je om de 40-dagentijd in jouw persoonlijk getijdengebed vorm te geven en te verdiepen.

Het project 40 dagen bidden met de woestijnvaders is onderverdeeld in 40 dagen en start op 18 februari 2015 (aswoensdag) met Dag 1 en eindigt op zaterdag 4 april met Dag 40. Let wel: de zondagen worden niet meegerekend in de 40 dagentijd.

40-dagentijd of lijdenstijd

De veertigdagentijd (ook wel lijdenstijd genoemd) start 6 weken voor Pasen. Het getal 40 staat in de Bijbel symbool voor een tijd van verwachting en voorbereiding.

De 40 dagentijd nodigt je uit om je te verdiepen het lijden en sterven van Jezus Christus. En om met een aandachtig hart toe te leven naar het moment dat Hij opstaat  op Paasmorgen.

Leesmenu 40 dagentijd- dag 2

Leesmenu 19 februari  gaat over Lucas 2:36-40. De schijnwerper staat op de profetes Hanna die na de dood van haar man niets anders ambieert dan te  leven op de drempel van Gods huis: biddend en vastend. En hoe ze daarin uiteindelijk beloond  en gezegend wordt.

Ook de woestijnvaders leefden in hun eenzame cellen in de bergplooien van de woestijn zo voor Gods aangezicht, al moesten die het bidden en vasten omwille van hun levensonderhoud afwisselen met handenarbeid.

Vasten

Abt Jozef vroeg aan abt Poimên: ‘Hoe moet ik vasten’ En abt Poimên antwoordde: ‘Ik voor mij wil dat men wel elke dag eet, maar dan heel weinig om niet verzadigd te worden.’ Abt Jozef zei hem: ‘Toen u jong was, vastte u toen niet telkens twee dagen, abba?’ En de grijsaard sprak; ‘Ja zeker, en telkens drie en vier dagen, zelfs een week. En al deze zaken hebben de Vaders onderzocht, omdat zij daartoe in staat waren. En zij kwamen tot de bevinding dat het goed is elke dag te eten, maar slechts een klein beetje. Zo leerden zij ons de koninklijke weg, want die is licht.’

Abt Poimên (240-450)

De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Woestijnvaders – een speurtocht door de vaderspreuken, pag. 132. Christofoor Wagenaar© 1981 Nijmegen . 

Vasten in de 40 dagentijd

40 dagentijd-dag 2 gaat over vasten. In voorbereiding op Pasen zoeken vele gelovigen Gods nabijheid door te bidden en te vasten. Bidden is al een geestelijke inspanning die het hart op scherp zet. Maar vasten: dat is nog weer een stap verder. Niet meer eten of drinken voor een bepaalde periode: dat is wat de meeste mensen onder het begrip ‘vasten’ verstaan. En er zijn mensen die daarin heel ver gaan.  Waarom eigenlijk?

Waarom zou je vasten?

Vasten doet een beroep op je zelfbeheersing. Op afzien van luxe en vervulling van behoefen. Sommigen ervaren na een korte periode van honger en verwarring een intense verheldering van de geest. Het denken wordt licht, doordringend en allesomvattend.  De vroege monniken dachten dat zij in navolging van Mozes, Elia en Jezus Gods bijzondere gunst verwierven als ze probeerden te overleven op geen of nauwelijks voedsel en drinken.

Wat de woestijnvaders ontdekten over vasten

Maar ze ontdekten dat dit niet Gods bedoeling is. Vasten mag nooit een prestatie worden. Christofoor Wagenaar verhaalt zelfs van een vastende kluizenaar die na zijn dagelijks werk zijn eten op wonderbaarlijke manier ontvang, zoals Elia bij de beek Krith door een raaf voorzien werd van brood en vlees. Vasten krijgt zin en betekenis als de bidder voor zichzelf afziet van zaken waar hij normaal gesproken erg van geniet, maar die hem afleiden van zich concentreren op gebed en op een moeilijke taak.

Vasten op jouw manier?

Voor vandaag kan iedere gelovige  het principe van vasten voor zichzelf invullen. Bijvoorbeeld je smartphone of tablet bewust uitzetten voor een bepaalde periode. Niet meer snoepen. Niet meer uitgaan. Seks een tijdlang uitstellen. Maar niets werkt zo krachtig als je voor enige tijd je eten en drinken laat staan, binnen de marge van wat verantwoord is voor je persoonlijke gezondheid.

©Elise G. Lengkeek

Noot
Over de  Vaderspreuken*) : De woestijnvaders waren gespeend van alle vormen van eerbetoon, rijkdom, waardigheid en zelfverheffing.

 

De wijsheid die ze leerden  door  uitsluitend te leven van Gods goedheid en genade, deelden ze in woorden en daden met hun leerlingen. Met zo min mogelijk woorden, maar zonder iets voor ze achter te houden. Het waren die leerlingen die allerlei uitspraken en herinnerde voorvallen verzameld en gebundeld hebben tot een geschrift met de verzamelnaam Vaderspreuken  (in het Grieks: Apophthegmata).

Christofoor Wagenaar, monnik van de trappistenabdij te Westenmalle, schrijft in ‘Woestijnvaders – een speurtocht door de vaderspreuken’ dat de 1e redactie van deze nooit afgesloten bundeling moet hebben gelegen tussen de jaren 450 en 500.  De invloed van deze verzameling spreuken heeft door een alle eeuwen heen een belangrijke bijdrage geleverd aan de spirituele bagage van vele gelovigen.